Strafproces Decembermoorden – korte en beknopte samenvatting van november 2000 tot 29 oktober 2009

In november 2000 geeft het Hof van Justitie (Suriname) op verzoek van de nabestaanden opdracht tot vervolging van de decembermoorden van 1982. Daardoor wordt verjaring voorkomen. De jurist Freddy Kruisland, speelt hierin een belangrijke rol. Hij schrijft namens de nabestaanden het verzoekschrift waarmee op het nippertje de verjaring van de decembermoorden wordt gestuit.

Op 30 november 2007 vijfentwintig jaar na de moorden begint het proces. De eerste tijd wordt de strafzaak gedomineerd door verweren en wrakingen en loopt o.a. daardoor behoorlijke vertraging op.

In januari 2009 worden de zittingen – na 7 maanden – vervolgd. Het Hof van Justitie heeft dan de laatste twee wrakingen  afgewezen. De frequentie van de zittingen is inmiddels opgevoerd van één keer per maand naar 2 – 3 zittingen per maand. Er zijn al tientallen getuigen gehoord. Alle verdachten worden verdacht van moord of uitlokking daarvan gekoppeld aan de hoofdverdachte Desi Bouterse. Het is geen apart gepleegd feit maar gepleegd in vereniging. De verhoren van Dick de Bie (voormalig hoofd Nationale Voorlichtingsdienst) Winston Caldeira (voormalig minister) Edgar Ritfeld (ex-luitenant) en Jimmy Stolk (oud-militair) zijn afgerond maar de afronding van hun zaak – de uitspraak – is gekoppeld aan de zaak van Bouterse en die uitspraak zal nog even op zich laten wachten.

Na het reces van de rechtbank begint  op 29 oktober 2009 de 22ste zitting, direct gevolgd door de 23ste zitting op 30 oktober. Voor deze zittingen zijn voor het eerst getuigen uit Nederland gedagvaard. Er zijn vijf getuigen overgekomen. Nirmala Rambocus, zus van de omgebrachte militair Rambocus, de moeder en zus van de journalist Lesly Rahman. Madeleine Henar-Rahman en Joyce Rahman, de ex-militairen, Soepardi Moestikan en Sammy Monsels. Lees meer: in het interview met Sammy Monsels. Ik sprak hem vlak voor zijn vertrek naar Suriname.

Uit getuigenverhoren blijkt verder dat er niet alleen geschoten is in de nacht van 8 op 9 december. Er zijn in de nacht van 7 op 8 december ook schoten gehoord. Er zou niet alleen in de nacht zijn gemoord, maar ook in de ochtend. Getuige Jankiepersadsingh is stellig in zijn bewering, de eerste zeven executies waren tussen tien en elf uur in de ochtend van 8 december. Ze werden één voor één gedood met kleine tussenpozen. Na elke dode ging hij even kijken en zag als eerste Surinder Rambocus, gevolgd door Jiwansingh Sheombar, Cyrill Daal, John Baboeram, Eddy Hoost, Gerard Leckie en Kenneth Goncalves. Bouterse heeft hij omstreeks die tijd, direct na de moorden, in Fort Zeelandia gezien met Horb en Fred Derby, de gevangen vakbondsleider. Zij hieven het glas en toostten!

Vertragingen: Desi Bouterse, de hoofdverdachte is al meerdere malen opgeroepen. Tot nu toe is hij niet verschenen. Meestal zonder opgaaf van reden. Hij wordt door zijn advocaat Irwin Kanhai of een kantoorgenoot vertegenwoordigd.

Op 25 juli 2008 wordt rechter mw. Cynthia Valstein-Montnor door Bouterse/Kanhai gewraakt, Bouterse wil haar van de zaak af. Haar echtgenoot zou persoonlijke banden hebben met de NPS, de partij van president Ronald Venetiaan, Bouterse’s politieke opponent. Dat zou haar partijdig maken.

In dezelfde zitting worden ook de media (journalist(en) en De Ware Tijd) gewraakt, er zou tendentieus en niet correct zijn bericht. Ook zij moeten uit de rechtszaal worden verwijderd. De verzoeken worden  afgewezen. Gaandeweg loopt het proces nog meer vertraging op door slordigheden in de dagvaardingen en bij het afleveren daarvan. De laatste zittingen voor het reces van 2009 ondervinden opvallend veel hinder door het plotselinge slechte geheugen van de getuigen, maar ook het wegblijven van getuigen en verdachten door ziekte.

Opvallend is verder het late tijdstip waarop getuige Peter van Haperen door Kanhai wordt ingebracht. Van Haperen zou in het Nederlandse leger gezeten hebben en 1982 gestationeerd zijn geweest in Suriname. Hij zou informatie hebben om Bouterse vrij te pleiten. In het kader van de waarheidsvinding staat de rechter het alsnog toe.

Van Haperen is door de rechter-commissaris gehoord. Er zijn door het OM (Suriname) geen mededelingen over de verklaring gedaan. Het Nederlands Ministerie van Defensie heeft laten weten van Haperen niet te kennen.

Overzicht enkele getuigenissen:

Onno Flohr is de belangrijkste getuige tot nu toe. Flohr was op 8 december lid van het vuurpeloton. Hij vertelt dat Bouterse bij de executies aanwezig was, maar niet zelf heeft geschoten. Op bevel van Paul Bhagwandas heeft Flohr op Harold Riedewald, John Baboeram en André Kamperveen geschoten. Lees meer: 2008/Boxel: De Verhoren

Getuige Dirindersingh Jankiepersadsingh zegt Bouterse gezien te hebben tussen 10 en 11 uur in de ochtend van 8 december. Hij heeft hem op zijn kamer gezien en zag hem het Fort omstreeks 13.00 uur verlaten. Hij heeft ook de lichamen van de slachtoffers gezien. Zij zouden één voor één en om beurten met korte tussenpozen zijn geëxecuteerd. Iedere keer als er een was doodgeschoten ging hij kijken. Hij noemt de namen in volgorde: De eerste was Surinder Rambocus gevolgd door Jiwansingh Sheombar, Cyrill Daal, John Baboeram, Eddy Hoost, Gerard Leckie en Kenneth Gonçalves. Ze zouden in de ochtend van 8 december tussen 10.00 en 11.00 uur zijn vermoord. Hij heeft Derby na deze eerste 7 doden bij Bouterse op zijn kamer gezien. Horb was er ook. Hij zag de drie mannen het glas heffen en een toost uitbrengen. Lees meer: 2008/ Boxel: De Verhoren

Sergeant Ferdinand Archero en soldaat André Pika verklaren beiden op 8 december opvallend veel leden van de coupplegers van 1980 – de groep van 16 – in het Fort te gezien. Commandant Arthy Gorré was ook aanwezig en zat op zijn kamer. Ze hebben Bouterse niet gezien, weten niet of hij aanwezig was. Ze weten ook niet of er lijfwachten van Bouterse waren, omdat ze die niet allemaal kennen.

André Pika, soldaat ontkent dat er schietoefeningen in het Fort zijn gehouden op 7 en 8 december 1982. Dat is technisch onmogelijk. Dat soort oefeningen wordt meestal op Zanderij (omgeving van het vliegveld) gehouden. Pika heeft wel twee maal op 8 december schoten gehoord. In de ochtend om 03.00 uur en in de avond om 22.00 uur. Hij heeft gezien dat er mensen in burgerkleding het Fort werden binnengebracht.

Henry Joeroeja, soldaat, verklaart dat de Echo Compagnie niet betrokken was bij de aanhouding van burgers. Hij heeft in de vroege ochtend van 9 december met tussenpozen schoten gehoord.

Rubin Lie Pauw Sam, arts/ voorzitter van de toenmalige Volkspartij geeft aan dat Bouterse in de avond van 8 december 1982 bij hem thuis was. Bouterse zou daar de nacht hebben doorgebracht met zijn buitenvrouw Rita Chin A Loi. Lie Pauw Sam is de oom van Chin A Loi.

Peter van Haperen, zou als voormalig luitenant in het Nederlandse leger hebben gezeten en zou in jaren 80 in Suriname gestationeerd zijn geweest. Het Nederlands ministerie van Defensie heeft ondertussen laten weten van Haperen niet te kennen.

Hoewel de termijn daarvoor is verstreken mag hij alsnog zijn verhaal doen voor de rechter-commissaris. Hij zou belangrijke informatie hebben om Bouterse vrij te pleiten. In het kader van de waarheidsvinding staat rechter Valstein-Montnor dit late verzoek van advocaat Kanhai alsnog toe, waarna de zitting (22 juni 2009) wordt geschorst. Van Haperen mag zijn verhaal voor de rechter-commissaris doen en is op dinsdag 30 juni 2009 onder ede verhoord door de rechter-commissaris. Er is door het Openbaar Ministerie (Suriname) nog geen commentaar gegeven op de verklaring van van Haperen.

Wat wil van Haperen kwijt? Hij zou door het verzet in Nederland benaderd zijn huurlingen te trainen en om de machtsovername uit te voeren. Volgens van Haperen waren de 15 slachtoffers daar ook bij betrokken. Ook zou van Haperen informatie hebben over coupplannen van de CIA.

Henry Behr, broer van de vermoorde journalist Bram Behr; Paul Bhagwandas, legertopper, zou hem hebben verteld dat Bouterse actief betrokken was bij de moorden op Surinder Rambocus, militair en Cyrill Daal, de vakbondsleider. Dat gesprek vond plaats in 1996. Bhagwandas (overleden) wordt op zijn beurt door Bouterse genoemd als de verantwoordelijke voor de moorden. De opnameband heeft Behr gegeven aan de mensenrechtenorganisatie OGV maar de band is zoek geraakt. Het is niet duidelijk of er een kopie van is.

Behr heeft in 1999 ook nog een gesprek met Fred Derby, de vakbondsman en enige overlevende van de moorden van 1982. Bij dit gesprek waren aanwezig Johnny Kamperveen (overleden) en Siegfried Gilds (overleden in 2020). Derby vertelde dat hij tot twee maal toe moest verschijnen voor een tribunaal met Desi Bouterse en Roy Horb, de tweede man in het leger.

Glenn Sedney (oud-bevelhebber). Tijdens het militaire bewind hoofd van de Militaire Inlichtingendienst. Als reden voor de slachting wordt beweerd dat de 15 slachtoffers een contracoup voorbereidden. Sedney zegt niets te weten van een contracoup. Hij heeft daar ook niet over gerapporteerd. Hij weet niets van verslagen die er gemaakt zouden zijn van ontmoetingen met de legerleiding over hoe subversief gedrag zou moeten worden aangepakt. En er is na de moorden geen onderzoek gedaan naar de toedracht van de gebeurtenissen. Met zijn getuigenis weerspreekt hij de verklaringen die Bouterse voor de rechter-commissaris heeft gedaan.

Dick de Bie: Hoofd voorlichtingsdienst. Omstreeks vier uur in de ochtend van 8 december wordt hij telefonisch opgeroepen. Hij gaat met zijn taperecorder naar Fort Zeelandia , want er moet een verklaring van Bouterse worden opgenomen over de ontwikkelingen die op dat moment gaande zijn. Om elf uur in de ochtend gaat hij er weer heen met een televisieploeg. Het gaat om interviews afgenomen door Bouterse en Horb met Kamperveen en Slagveer. De beide heren waren aangeslagen maar niet verwond, verklaart de Bie. Hij heeft Derby ook nog gezien, maar hem geen vragen gesteld omdat Derby in zijn ondergoed zat. Ook aan Bouterse heeft hij niets gevraagd. Bouterse zag er gespannen uit.

Henk Kioe A Sen, voormalig cameraman bij de nationale omroep de STVS, verklaart op 8 december om 08.00 uur ‘s morgens ontboden te zijn, waarna hij voorgelezen verklaringen van Kamperveen en Slagveer opnam. Bouterse was daar niet bij. Zij werden door Horb geïnstrueerd. Ze verklaarden dat ze met de andere 13 arrestanten coupplannen hadden en dat André Haakmat het brein daarachter was. De beelden die in de rechtszaal vertoond worden laten Kamperveen met Bouterse en Horb met Slagveer zien. De cameraman kent de beelden niet. Het zou volgens hem kunnen dat er met het beeldmateriaal is gemanipuleerd. Noraly Beyer werkte in die periode op de nieuwsdienst van de STVS.  Zij vertelt wat zij zich daar nog van herinnert. lees meer:  Noraly Beyer

Wie heeft Jiwansingh Sheombar opgehaald en wie heeft de opdracht gegeven? Daar zijn verschillende lezingen over. Een overzicht:

Marcel Zeeuw (sergeant majoor/sub commandant MP) Op de zitting zegt hij dat het mogelijk is dat hij aan Wim Carbière rond 8 december opdracht heeft gegeven Sheombar op te halen. Zeeuw heeft nooit opdrachten van Bhagwandas gehad. Ze lagen elkaar niet.

Wim Carbière: wegens ziekte nog niet gehoord.

Edgar Ritfeld: Er zijn stukken waarin volgens verschillende getuigen de militair Sheombar van gevangenis Santo Boma naar Fort Zeelandia zou zijn vervoerd door Ritfeld. Jimmy Stolk verklaart echter voor de rechtbank dat hij Sheombar naar Fort Zeelandia heeft gebracht in opdracht van commandant Bhagwandas. De zus van Ritfeld verklaart dat hij van 7 op 8 december op haar owru yari, de avond voor haar verjaardag, was. Hij is ver na middernacht vertrokken. Ze werd 30. Eerder had Ritfeld verklaard dat hij van 8 op 9 december op haar owru yari was, dat tijdstip heeft hij nu herzien. Ritfeld heeft direct na de moorden zijn ontslag ingediend.

Ritfeld zegt op geen enkele manier betrokken te zijn geweest bij de gebeurtenissen. Zijn advocaat vraagt inzage in de stukken waarin die belastende getuigenissen zijn vastgelegd. De rechtbank heeft die stukken niet en vraagt ze op.

Jimmy Stolk: militair en directeur van Santo Boma (gevangenis) in 1982, verklaart de militair Jiwansingh Sheombar persoonlijk uit zijn cel te hebben gehaald en naar Fort Zeelandia te hebben gereden. Stolk kreeg de opdracht telefonisch van Bhagwandas omstreeks middernacht van 7 op 8 december. Hij droeg hem over bij de ingang van het Fort aan Roy Tolud. Tolud (overleden) rukt hem uit zijn handen en sleurt hem naar binnen. Stolk noemt de moorden barbaars, maar is na de moorden wel in dienst gebleven.

Geraadpleegde bronnen:
www.dwtonline.com
www.rnw.nl
www.juspolsuriname.org

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *