Marcel Zeeuw

27 jaar (ten tijde van de sergeantencoup van 1982). Lid van de groep van 16, couppleger. Luitenant-kolonel, voormalig hoofd van de Militaire Politie en directeur van het kabinet van legerbevelhebber Arthy Gorré.

Betrokkenheid:
Zeeuw zou volgens getuigenverklaringen in Fort Zeelandia aanwezig zijn geweest, zoals alle nog levende leden van de groep van 16. Zeeuw verdedigt zich in deze zaak zelf en ontkent elke betrokkenheid. Met het overlijden van Zeeuw  (61) op 12 september 2015 zal er geen einduitspraak meer komen in deze zaak.

Achtergrond:

Zeeuw heeft in 1983 de VN-rapporteur Amos Wako, die onderzoek kwam doen naar de Decembermoorden in Paramaribo, begeleid. In december 1993, wordt Zeeuw, toen directeur van het kabinet van legerbevelhebber Arthy Gorré, verdacht van handel in cocaïne. Justitie slaagt er niet in Zeeuw te arresteren. Hij verschanst zich met zwaar bewapende vertrouwelingen in en rond zijn club Waterfall te Geyersvlijt, een wijk in Paramaribo-noord. Het arrestatieteam van de politie keert onverrichter zake terug. Vanuit zijn club gaf Zeeuw een persconferentie en zei toen, dat hij niet gearresteerd kan worden. Hij verklaart hoe hij door de zakenman Birtantie, die ook van handel in drugs wordt verdacht, benadeeld is. Zeeuw zou geld aan hem geleend hebben. Het was Desi Bouterse, die Zeeuw beweegt zich toch aan te geven bij Justitie. Terwijl hij officieel in voorarrest zit, wordt Zeeuw regelmatig in het openbaar gesignaleerd. Justitie doet niets. In januari 1994, twee weken na zijn voorarrest, wordt hij op vrije voeten gesteld wegens gebrek aan bewijs. In een reactie bij Radio ABC zegt Zeeuw, dat hij nog niet klaar is met Birtantie en dat hij zijn geld gaat halen. In maart 1994 wordt Zeeuw weer opgepakt, nu wegens mishandeling van een vrouw, die in zijn Club Waterfall werkzaam is. Maar de grootste zaak kwam eind juli 1994, wanneer Zeeuw onder andere samen met Dino Bouterse gearresteerd wordt.

Volgens de toenmalige minister van Justitie, Girjasingh weten zij alles over de vermissing van drie buitenlanders, waarvan er één zelfs geliquideerd zou zijn. Het was Bouterse, die met behulp van zijn eigen inlichtingendienst, de drie buitenlanders weet op te sporen en aan Justitie overdraagt in ruil voor vrijlating van zijn zoon Dino. Na twee weken wordt Zeeuw wegens gebrek aan bewijs op vrije voeten gesteld.

Gestoken in militair tenue, geeft de verontwaardigde Zeeuw een persconferentie in reactie op uitlatingen van de auditeur-militair. Deze zou gezegd hebben, dat Zeeuw, de sluwe vos, er weer doorheen was geglipt.

Hij stort zich in diverse ondernemersactiviteiten zoals de Miss-verkiezingen in Suriname. Als hij in 1999 met Miss Suriname, Farida Breeveld, naar het Kwakoe-festival in Amsterdam wil, wordt hem een visum geweigerd. Hij zou een gevaar zijn voor de Nederlandse staat. Hij getuigt in Nederland nog wel in de drugszaak van Bouterse. Na zijn verhoor dient hij bij de politie in Den Haag een strafklacht in wegens smaad, laster, beledigingen en het aantasten van zijn goede naam en eer. Hij wordt ter plekke weer door het Copa-team opgepakt.