Bezoek aan Boxel
Dinsdag 24 april 2007
Tijd: 09.00 – 12.00 uur
Lokatie: marinebasis in Boxel
Sinds 10 april ben ik in Suriname. Ik volg de strafzaak over de Decembermoorden voor MTNL (Multiculturele Televise Nederland) en de STVS (Surinaamse Televisie Stichting). Het is hotnews. Er wordt dagelijks over bericht en de ontwikkelingen volgen elkaar in rap tempo op.
Op deze ochtend rij ik naar de marinebasis in Boxel. Ik heb daar afgesproken met de ploeg van de STVS en zal vandaag werken met cameraman Albert Helstone. Stone (spreek uit: Stoo-ne), zoals ik hem noem, ken ik van eerdere bezoeken aan Suriname. Ik werk graag met hem. Hij is creatief, enthousiast en onvermoeibaar.
Wij, de mediahuizen, zijn om 09.00 uur uitgenodigd, maar ik ben er een half uur eerder. Ik wil de omgeving verkennen en vast wat foto’s van de omgeving maken.Van de marinebasis is aan de buitenkant weinig te zien. Een hoge rode bakstenen muur met twee brede blauwe poorten houden nieuwsgierige ogen buiten.
Tegenover de basis staat een moskee en iets verder weg een brug, waarover regelmatig bestemmingsverkeer en vrachtwagens met hout rijden.
Alle bezoekers van de moskee zijn geregistreerd en mogen straks, alleen met hun badge, een pasje met foto, het gebed in de moskee bijwonen. Hun auto, fiets of brommer zullen ze op een nog te bepalen plek moeten achterlaten en net als de pers en andere bezoekers van de marinebasis, zullen zij per shuttlebus van en naar de moskee worden gebracht.
Druppelsgewijs komen de journalisten aanrijden. Uiteindelijk staan we met zo’n 20 man te wachten. Er wordt weinig gesproken. Dan komt er een witte auto met getint glas aanrijden. We herkennen Ronald Neslo, die ons voor vandaag heeft uitgenodigd. Hij legitimeert zich bij de poort en mag naar binnen rijden. De poort sluit zich weer…
Als de poort even later weer opengaat zien we een groepje militairen overleggen. Een militair komt dan met een lijst naar ons toe, noemt een voor een onze naam op en vraagt ons naast hem te gaan staan. Als alle namen genoemd zijn, staan er nog wat journalisten die mee naar binnen willen, maar zich niet hebben aangemeld. Na kort overleg worden hun namen op de lijst bijgeschreven waarop we de basis mogen betreden, nadat ons is verteld dat we militair terrein betreden en daarom niet mogen filmen of fotograferen.
We lopen langs de wachtpost, de tuin in en door de benedenhal van het hoofdgebouw de trap op. We worden gevraagd te gaan zitten in een kamer, die uitkijkt op de Surinamerivier en op de marineboten. Er staat gekoelde Fernandes voor ons klaar.
Na enige tijd komen Ronald Gajadar, Rob Neslo en nog twee personen binnen. Gajadar, zichtbaar hersteld want energiek, heet ons met krachtige stem welkom en geeft het woord aan Neslo. Deze vertelt ons wat de bedoeling is van deze bijeenkomst. ‘Het is geen persconferentie en u mag alleen de binnenkant van het gebouw filmen’.
O jee, hoe moet dat nou? Tijdens het wachten hebben we allemaal al driftig door de ramen de omgeving gefilmd. We hebben natuurlijk ook gekeken of er camera’s hingen, maar als die er waren, dan hebben we die niet kunnen ontdekken.
We worden voorgesteld aan de twee andere aanwezigen. Hedwig Muler, de commandant van de marine en Cynthia Baank-Raktoe, de rechterhand van Neslo, die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de inrichting van het gebouw. De rondleiding kan beginnen.
Trots worden we rondgeleid door Neslo. Het gebouw is fris en helder geschilderd in witte en grijze tinten. Op de deuren van de kamers, bordjes en op alle hoeken van de gangen staan heldere bewegwijzeringen. We kijken overal, in de ruimte voor de pers, voor de verdachten, voor de getuigen en natuurlijk de zaal waar de rechtspraak zal plaatsvinden. Openheid is belangrijk, vindt Neslo: ‘Wij hebben niets te verbergen!’
In niets lijkt het op een onneembaar fort. In niets lijkt het op een terroristenkamp in Guantanamo Bay en nergens zijn die scherpschutters te zien, die opgeleid zouden zijn om bij de marinebasis mensen dood te schieten. Voor het verspreiden van deze informatie zou Bouterse nog voor opruiing kunnen worden aangeklaagd.
In de rechtzaal staan twee houten stoelen; een voor de verdachten en de andere voor de getuigen. Daar tegenover aan de lange tafel zullen de rechter en twee militaire deskundigen zitten. Verder zijn er de banken voor de pers, de nabestaanden, sympathisanten van de verdachten en andere belangstellenden.
Via een trap aan de kant waar de rechter zit, zullen de getuigen en de verdachten naar de rechtzaal worden gebracht. Bij het zwembad komt nog een partytent. Daar kunnen de verdachten, Desi Bouterse en nog zo’n 20 anderen, straks wachten. Binnen is er ook een ruimte waar dat kan.
In bijna alle ruimtes zijn onopvallend, maar duidelijk zichtbaar, camera’s geplaatst. De aanwezige pers legt alles zo gedetailleerd mogelijk vast, want na vandaag zullen we hier niet meer mogen filmen. Alleen Gajadar heeft van Justitie toestemming het proces op beeld vast te leggen.. ‘Voor het nageslacht’, zegt hij.
Ik hoop maar niet dat hij zich in zijn enthousiasme heeft laten verleiden deze uitspraak te doen. Bij de vorige bijeenkomst zei Neslo op een vraag, die ik aan de STVS doorspeelde, dat er geen mededelingen over het op beeld vastleggen door Jusititie zouden worden gedaan. (Zie voor details: Bericht uit Suriname deel 1 – donderdag 19 april)
Bizarre film. Het lijkt een scene uit een bizarre film.
Bouterse is in Domburg geboren. Het gebouw waar we nu doorheen lopen, daar woonde Desi Bouterse na de coup van 25 februari 1980 In het nog aanwezige zwembad zwom zijn gezin. De zaal waar recht zal worden gesproken, zou zijn slaapkamer geweest zijn. Of hij hier nog zal komen, is de vraag. Bouterse heeft laten weten dat hij gebruik zal maken van zijn recht om niet te verschijnen. Hij zal worden vertegenwoordigd door zijn advocaat.
Hoe dan ook, de Surinaamse pers wil er bij zijn en maakt zich zorgen over hoe de commissie de selectie en accreditatie gaat aanpakken. Er zijn meer aanvragen dan plaatsen voor de pers. ‘Als er maar geen voorrang gegeven wordt aan de buitenlandse pers’, roept Cliff Limburg, journalist bij Skyradio.
De commissie is er klaar voor: ‘Wat ons betreft kan het 8 decemberstrafproces beginnen.’ Gajadar begeleidt ons naar buiten, bedankt voor onze komst, zwaait nog even, beide armen uitbundig in de lucht en verdwijnt weer achter de hoge rode bakstenen muren.
Ik blijf nog even op Boxel. Daarover morgen meer.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!