Hanka
Dinsdag 24 april 2007
Tijd: 13:00 – 15:00 uur
Lokatie: Boxel
Een paar dagen geleden ontmoet ik haar op het terras van de pier van hotel Torarica: Hanka. Ik was meegevraagd door een vriendin. Een groepje vrouwen van de golfclub zou elkaar daar ontmoeten. Een van hen is jarig en ze hebben een surprise borrel georganiseerd.
We komen naast elkaar te zitten en al gauw raken we aan de praat. Wat ik deed en of ik op vakantie was? ‘Ik ben journalist en ben op familiebezoek, maar ik ben ook bezig een aantal verhalen vast te leggen in de aanloop naar het 8 decemberstrafproces.’
Ze vertelt dat ze op Boxel woont dicht bij de marinebasis. Mijn aandacht is getrokken! Ik vertel dat ik binnenkort de basis mag bezoeken en of ik dan bij haar langs mag komen. ‘Ja, dat is goed.’ Ik krijg haar telefoonnummer en ik spreek af haar te bellen.
Ze is Nederlandse en komt oorspronkelijk uit Baarn, daar leert ze haar man ook kennen. In 1966 toen hij zijn studie afgerond had, ging hij terug naar Suriname. Zij gaat met hem mee. In het begin veel heimwee natuurlijk. ‘Ik zei toen, als ik hier dood ga, wil ik hier niet eens begraven wilen worden. Nu wil ik nergens anders meer wonen.’
Na de rondleiding op de basis rijden we – cameraman en ik – naar haar toe. Een prachtig huis aan de Surinamerivier. Mooi aangelegde tuin. We claxonneren. Het hek schuift open… Een rottweiler loopt ons tegemoet. In de verte zie ik haar lachend aankomen, haar armen tot aan haar ellebogen met resten van witte klei. ‘Ik ben aan het boetseren’. Op de camping van mijn grootvader, kwam altijd een beeldhouwer. Ik zag hoe hij met klei omging en ik wist meteen, dit wil ik ook!’
Ze loopt voor ons uit naar binnen. We krijgen iets koels te drinken in een sfeervol ingerichte kamer, waar veel werk van haar staat. Ze stelt ons voor aan haar twee diensten. Allebei heten ze Yvonne. Ik vraag of ik haar vandaag al op camera mag interviewen. Ze is enigszins verrast, maar stemt toe. Ik wil het graag buiten doen, aan de rivier, met uitzicht op de marinebasis.
Ze vertelt hoe rustig het was op Boxel toen ze hier kwamen wonen. Waar nu de marinebasis staat, woonden vroeger vrienden. Daar gingen ze – haar man, zij en de kinderen – vaak naar toe om te zwemmen en om te feesten. Hele gezellige zondagen waren dat!
Op een gegeven moment is het huis verkocht en toen weer doorverkocht aan Bouterse. Ze weet niet zeker of hij het gekocht heeft, maar in ieder geval na de coup van 25 februari 1982, kwam hij daar wonen.
Of ze daar toen ook op bezoek ging? ‘Nee!’, zegt ze. Waarom niet? ‘We werden niet uitgenodigd!’ Of het hier toen veranderde met Bouterse als buurman, vraag ik. ‘Ja, we kregen licht op de weg, dat was wel een voordeel en je zag meer militairen. Verder was het hier heel rustig.’
Langzaamaan veranderde de sfeer, maar dat was in het hele land. De macht was omvergeworpen en daarna kregen we de decembermoorden. ‘Woonde hij hier ook na de decembermoorden?’ ‘Ja, en toen zijn er ‘s nachts wel schoten gewisseld. Dat was niet zo prettig!’
‘Op een keer lag er een gewonde man bij ons in de tuin. Wie dat was en wat er precies gebeurd is, zijn we nooit te weten gekomen. Hij sprak Spaans, we verstonden hem niet. We hebben de politie gebeld. Die heeft het afgehandeld.
Bouterse heeft er niet zo lang gewoond. Toen hij weg was, werd het een marinebasis.’ Ze begrijpt waarom Boxel is uitgekozen voor de rechtszaak. Het is beschermd gebied en je kunt het overzien. Haar man is al gaan kijken op de marinebasis. Zij was er niet op de dag dat ze uitgenodigd waren. Maar ze is goed geïnformeerd en ze voelt zich veilig. Ze weet dat ze straks met een badge het gebied in moet en dat iedereen die bij hen werkt of komt, aangemeld moet worden. Ze hoopt niet dat het proces jaren gaat duren, want als dat zo is, gaan ze – denkt ze – naar hun huis in de stad.
Ze is blij dat het er eindelijk van komt, de rechtszaak. ‘Het kan zo niet langer, er moet nu een einde aan komen. Voor iedereen!’
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!