Franklin (Frank) Leeflang

Jurist, diplomaat en politicus.

Achtergrond:
Na de sergeantencoup van 1980 wordt hij minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet onder leiding van Henk Chin A Sen. Op 31 maart 1982 wordt Leeflang tevens minister van Justitie in het Kabinet met Henry Neijhorst als premier. Na de Decembermoorden van 8 december 1982 stapt het hele kabinet op.

In februari 1983 keert Leeflang terug in het kabinet-Alibux als minister van Binnenlandse Zaken en Justitie. Mede door grote stakingen in december 1983 en januari 1984 komt dit kabinet ten val.

Desi Bouterse, die destijds leiding had gegeven aan de sergeantencoup, installeert hierop op 25 januari 1984 een ‘denkgroep’. Deze adviesgroep zou zich onder meer gaan bezighouden met de opstelling van een regeringsprogramma. Leeflang wordt voorzitter en zit namens de revolutionaire leiding in deze adviesgroep.
Hiertoe behoorde het voorstel voor de vorming van een assemblee die maximaal 27 maanden in functie zou blijven.

In 1985 wordt de samenstelling van het kabinet aangepast. Leeflang komt niet meer terug als minister. Begin 1986 wordt hij benoemd tot ambassadeur van Suriname bij de ACS-staten in Brussel.
ASC-Staten zijn ontwikkelingsstaten uit Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan. Een groep landen die een speciale band hebben met de Europese Unie.

In december 1996 is Leeflang kandidaat Procureur-Generaal. President Jules Wijdenbosch (NDP) wil hem graag in die functie benoemen. Op het laatste moment gaat dit niet door, omdat de voorgenomen benoeming om meerdere redenen tot protesten leidt.

Enkele redenen: Leeflang’s lidmaatschap van een politieke partij: de NDP. Zijn veroordeling in de jaren zeventig wegens het verduisteren van landsgoederen.Volgens ambtelijke procedures kwam mevrouw Héloïse Rozenblad in aanmerking voor de benoeming. Zij was al in juni 1996 benoemd tot waarnemend Procureur-Generaal. Uiteindelijk wordt zijn benoeming in februari 1997 door het Hof van Justitie afgewezen. Zijn strafblad geeft de doorslag.

Frank Leeflang samen met Ramon de Freitas, Eddy Bruma en Ludwig Waaldijk horen tot het Surinaamse verdedigingscollectief van Bouterse, toen deze in Nederland werd beschuldigd van handel in cocaïne.