John Hardjoprajitno

28 jaar (ten tijde van de sergeantencoup van 1980). Lid van de groep van 16, couppleger. Sergeant, in 1982 minister van Cultuur, Jeugd en Sport. Tot 1996 leidt hij de Officiers Sociëteit en het landbouwbedrijf van het leger te Wageningen. In 1996 vertrekt hij naar Nederland en is daar jarenlang ambtenaar. Hij heeft nu een eethuis in Amsterdam.

In 2012 en 2013 komt Hardjoprajitno naar aanleiding van ‘Bikkel, het verhaal van de eerste politieke moord van het Bouterse-regime’ geschreven door Rudie Kagie weer in het nieuws. Hardjoprajitno zou volgens getuigen ook betrokken zijn geweest, bij de dood van oud-militair Fred Ormskerk in november 1980. Hardjoprajitno ontkent elke betrokkenheid. Naar aanleiding van het verschijnen van ‘Bikkel’ worden er Kamervragen gesteld door parlementariër Harry van Bommel (SP). Vragen over de betrokkenheid van Hardjoprajitno bij de dood van Ormskerk, maar ook over de rol van Hardjoprajitno bij de decembermoorden. Is hij als verdachte nog wel welkom in Nederland? Hardjoprajitno mag gewoon in Nederland blijven omdat hij, zo doet het antwoord van de minister vermoeden, de Nederlandse nationaliteit heeft.

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2013/02/22/beantwoording-kamervragen-over-het-boek-bikkel.html

Betrokkenheid:
Zijn naam komt niet voor op een lijst van de folteraars uit 1985 van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS). Wel worden zeven leden van de commandogroep genoemd. Hij zou net als de andere leden van de groep van 16 volgens getuigen aanwezig zijn geweest in het Fort in de dagen rond 8 december 1982.

Uitspraak: Voor John Hardjoprajitno vraagt het Openbaar Ministerie op 5 april 2019 vrijspraak. Er is onvoldoende bewijs dat hij in 1982 berokken was bij de moorden.

Achtergrond:                                                                                                                         In januari 1983 ontstaat de verwijdering tussen het duo Horb-Hardjoprajitno en Bouterse. Net terug van een verjaardag, wordt Hardjoprajitno door drie leden van de commandogroep in zijn huis aangehouden op verdenking van het plegen van een coup tegen Bouterse. Als hij Fort Zeelandia wordt binnengebracht, ziet hij Horb geboeid op de grond liggen in zijn onderbroek. Hardjoprajitno krijgt zeventien maanden cel. Met Horb loopt het minder goed af. Hij wordt dood aangetroffen in zijn cel. Zelfmoord, luidt de officiële lezing.
Toch verzoent Hardjoprajitno zich na zijn vrijlating met Bouterse. In 1996 vertrekt hij naar Nederland. Hij stelt niemand daarvan op de hoogte.

In een kranteninterview zegt Hardjoprajitno blij te zijn met het 8 Decemberstrafproces, omdat hij nu in de gelegenheid gesteld wordt om zijn onschuld te bewijzen.

Toch heeft Hardjoprajitno een bezwaarschrift bij de Krijgsraad ingediend tegen de kennisgeving van het Openbaar Ministerie (OM) over verdere vervolging in de decembermoordzaak.
Hardjoprajitno zegt geen bemoeienissen te hebben gehad met de executies die voor, op en na 8 december 1982 zijn voltrokken. Volgens Hardjoprajitno is hij op de verdachtenlijst terecht gekomen omdat een anonieme getuige verklaard zou hebben, hem in die dagen van de moorden in Fort Zeelandia gezien te hebben. Lees ook:  het verhaal over Hardjoprajitno geschreven op 27 oktober 2009.