Paul Bhagwandas

Luitenant, bataljonscommandant

Bhagwandas was 30 jaar in 1980 en overleed in 1996 aan kanker.
Hij was een lid van de groep van 16 en één van de coupplegers. In 1982 is hij de derde man in het leger, na Bouterse en Horb. Bhagwandas wordt ook wel de ‘beul van Fort Zeelandia’ genoemd.

Betrokkenheid:
Een paar maanden voor zijn dood spreekt Bhagwandas over zijn aandeel in de 8 decembermoorden. Henri Behr, de broer van de vermoorde journalist Bram Behr, praat vijf kwartier met hem. Uit een interview met Behr het volgende:

‘Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en contact met hem gezocht’, vertelt Behr. ‘Bhagwandas was geen onbekende voor me. Hij kwam vroeger bij ons thuis en zat samen met Bram op de St. Paulusschool. Via een bevriende relatie in de medische wereld had ik gehoord dat hij nog maar kort te leven had en toen heb ik hem benaderd. Twee maanden voor zijn dood heb ik hem gesproken.’ Het werd een angstaanjagend gesprek met het prominente lid van de ‘Groep van Zestien’, de club sergeanten die in 1980 de staatsgreep had gepleegd.

Bhagwandas, spelend met een pistool, vertelde bijna achteloos wat er gebeurd was op 8 december. ‘Het lugubere was dat het leek alsof hij er trots op was’, zegt Behr. ‘Hij erkende dat hij persoonlijk betrokken was bij de moord op Bram. Hij zei dat hij het een volgende keer weer zou overdoen en dat hij er geen nacht wakker van lag.’

Volgens Bhagwandas had Bouterse de volledige leiding. Behr: Hij zei: ‘Oké, ik heb gemoord, maar Desi gaf opdracht voor alles. Hij wilde persoonlijk de doodvonnissen uitspreken en bracht zelf twee mensen om: vakbondsleider Daal en militair Rambocus.
Verder deed Bhagwandas, vertelt Behr, een voorspelling. Hij zei: ‘ Ik ga nu dood, maar ik zeg je dat Desi, mij en Roy ( Horb, de later onder verdachte omstandigheden omgekomen tweede man van de Groep van Zestien) de schuld zal geven, als de Decembermoorden ooit voor de rechter komen.’

Bhagwandas vond dat hij in de steek gelaten was door Bouterse, vooral vanwege financiële motieven. Nederland had de zogenaamde ‘suppletiegelden’, een tegemoetkoming aan Surinaamse militairen in actieve dienst, na de Decembermoorden stopgezet en Bouterse weigerde dat te compenseren. Bhagwandas voelde zich verraden, vertelt Behr. Hij zei: ‘ We waren met de Groep van Zestien bloedbroeders, maar je ziet dat als het om geld gaat je net zo makkelijk aan de kant geschoven wordt.’ Behr kaartte ook een ander langlopend gerucht rond de Decembermoorden aan: het vermoeden dat enkele graven van slachtoffers naderhand zouden zijn opengebroken om sporen op de lichamen uit te wissen. ‘Hij wilde daar niet gedetailleerd op ingaan, maar zei wel: ‘ Je gaat in die graven niet vinden wat je denkt dat je zoekt’, aldus Behr, die een deel van het gesprek stiekem opnam op een kleine memorecorder.

‘Op een gegeven moment klikte dat recordertje uit en durfde ik het niet om te draaien. Het bandje met het opgenomen materiaal heb ik kort na het gesprek afgegeven aan Ilse Labadie, de inmiddels overleden voorzitster van de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV) in Paramaribo. Ik weet niet wat zij ermee gedaan heeft.’ Maar heeft Behr dan geen kopie gemaakt? ‘Nee, er is maar één exemplaar. Het verhaal dat er ook een kopie bij de Surinaamse politie zou liggen, is mij onbekend.

Bron: Waterkant