Het vergaan van het slavenschip Leusden is de grootste ramp in de Nederlandse scheepvaartgeschiedenis. Het drama dat zich voltrok op 1 januari 1738, het vastlopen van de Leusden op een zandbank aan de monding van de Marowijnerivier in Suriname, geeft een duidelijk menselijk en tegelijkertijd onmenselijk beeld van de slavernij. Het maakt slavernij tastbaar en invoelbaar. Naar schatting 664 mensen vonden moedwillig de dood omdat de luiken van het ruim werden dichtgespijkerd om ontsnappen onmogelijk te maken. Niet alleen is het de grootste scheepsramp, maar het markeert ook het einde van de trans-Atlantische transporten van gevangen genomen Afrikanen die elders op de wereld tot arbeid werden gedwongen.
Naar aanleiding van het promotieonderzoek van historicus Leo Balai over het slavenschip Leusden, is het idee ontwikkeld om dit wetenschappelijk onderzoek met Nederlandse en Surinaamse verslaggevers, junior verslaggevers en studenten journalistiek, voor een groter publiek toegankelijk te maken en onder de aandacht te brengen. Het is een bewustwordings- en deskundigheidsbevorderend trainingsproject, waarbij genoemde groepen journalisten over het slavenschip zullen publiceren. Een groep van 20 jongeren uit Suriname en Nederland is bij elkaar gebracht om dit onderwerp gezamenlijk te analyseren, nieuwe invalshoeken te bedenken voor publicatie en zo een bijdrage te leveren aan het bewustwordingsproces hoe om te gaan met het verleden.
Een ander belangrijk onderdeel van dit project is de uitvoering van het voorbereiden en uitvoeren van de zielerustceremonie op de Tijgerbank, waar het slavenschip Leusden vermoedelijk strandde. Daar zullen ook water- en bodemmonsters worden verzameld ten behoeve van het kunstgedeelte van het project, dat door kunstenaar Loek Grootjans zal worden uitgevoerd. Hierover zal een documentaire worden gemaakt die op of omstreeks 1 juli 2013 in première zal gaan in Suriname en in Nederland. In augustus, wanneer de slavernij daar wordt herdacht, zullen er vertoningen zijn op de voormalige Nederlandse Antillen.